ZORGVASTGOED

Keypoints

  • Nieuw programma ouderenzorg: Wozo
  • Ouderen willen wel verhuizen, maar er is geen geschikt aanbod
  • Wachtlijsten voor mensen met opnamewens stabiel, oplopend met een opnamebehoefte
  • Ouderenzorg presteert financieel goed, maar er zijn toenemende zorgen
  • Herijking van NHC en NIC zorgt voor tariefdalingen voor zorginstellingen
  • Aantal faillissementen in tweede kwartaal opnieuw gedaald
  • Halfjaarcijfers transactievolume vergelijkbaar met eerdere jaren
  • Aanvangsrendementen stabiel

Nieuw programma ouderenzorg: Wozo

Het ministerie van VWS heeft een nieuw programma voor de ouderenzorg geïntroduceerd: Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen, kortweg Wozo. De ouderenzorg moet veranderen. Deze verandering is noodzakelijk door de sterk toenemende vergrijzing en de daarmee samenhangende zorgbehoefte, maar ook door de grote personeelsschaarste. Wozo borduurt voort op ingezette beleidsrichtingen, gericht op meer zelfstandigheid en langer thuis wonen. Onder het motto: ‘zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan’ komt de focus voor de toekomst vrijwel volledig op extramurale zorg te liggen. De groei van ‘traditionele’ intramurale zorg wordt beperkt tot de vervangingsvraag en al ingezette investeringen.

Het is de vraag of deze beleidsrichting dé oplossing is voor de problematiek. Er bestaat veel maatschappelijke weerstand door het idee dat de zorg verder verschraalt. Toch lijken deze maatregelen onontkoombaar en dragen zij bij aan een oplossing. Het belang neemt hierdoor toe van geclusterde ouderenwoningen in de nabijheid van zorg waar mensen zo lang mogelijk zelf redzaam zijn. Minister Helder schroeft het beoogde aantal nieuwe woningen waar ouderen zorg kunnen ontvangen op van 160.000 naar 250.000 in 2030. Dit sluit aan op de visie van Zilveren Kruis en Syntrus Achmea dat er in 2040 450.000 extra woningen geschikt voor ouderen nodig zijn. Voor beleggers in zorgvastgoed is duidelijk dat de behoefte en kansen liggen in vastgoedinvesteringen op het scheidsvlak van wonen en zorg. Uit onderzoek blijkt dat er grote verschillen in de behoefte per regio bestaan.

PROGRAMMA WONEN, ONDERSTEUNING EN ZORG VOOR OUDEREN

Bron: Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ouderen willen wel verhuizen, maar er is geen geschikt aanbod

Uit een voor een groot deel van Nederland representatief onderzoek van Hevo in Oost-Brabant, blijkt dat meer dan de helft van de 65-plussers woont in relatief grote woningen van meer dan 120 vierkante meter. Naarmate ze ouder worden neemt de mobiliteit af en de zorgbehoefte toe. Woningen zijn niet meer geschikt, of liggen niet in een omgeving waarin binnen 500 meter minimaal twee van vier essentiële voorzieningen (supermarkt, huisarts, apotheek, ov-halte) aanwezig zijn. Het beeld dat ouderen niet willen verhuizen klopt volgens het onderzoek niet, het grootste deel wil wel, maar het beschikbare aanbod is te beperkt. Vereniging Eigen Huis deed onderzoek naar de woonwensen van 55-plussers. Hieruit bleek dat een groot deel van deze doelgroep al heeft nagedacht over hun toekomstige huisvesting. Ze willen wel verhuizen, maar er is onvoldoende geschikt en betaalbaar woningaanbod. Uit het onderzoek bleek ook dat hoe ouder men wordt, hoe groter de behoefte om te verhuizen van een koop- naar een huurwoning is. Uit deze onderzoeken blijkt dat nieuwbouw voor ouderen een verhuisbeweging op gang kan brengen.

Wachtlijsten voor mensen met opnamewens stabiel, oplopend met een opnamebehoefte

Niet alleen mensen zonder zorgbehoefte zijn op zoek naar passende huisvesting, er wachten ook mensen op huisvesting voor wie de noodzaak van zorg dichtbij komt. Het aantal personen dat Wlz-zorg wenst op een locatie naar voorkeur, de zogeheten ‘niet-actief wachtenden’, bleef in de afgelopen maanden stabiel, maar is met ruim 16.000 aanzienlijk. Het aanbod sluit dus onvoldoende aan op de vraag. Het aantal personen met een opnamebehoefte loopt wél verder op. In een jaar tijd is deze wachtlijst ruimschoots verdubbeld tot boven 2.500 personen. Voor deze wachtenden is plaatsing binnen enkele maanden noodzakelijk.

WACHTENDEN OP VOORKEUR MET WLZ-INDICATIE (‘NIET ACTIEF’)

Bron: Zorginstituut Nederland (2022), bewerking Syntrus Achmea

Ouderenzorg presteert financieel goed maar er zijn toenemende zorgen

Uit een analyse van jaarverslagen van verpleeg-, verzorgings- en thuiszorginstellingen door Intrakoop blijkt dat de financiële cijfers over 2021 voor de meeste instellingen positief zijn. De corona-steun van de overheid heeft hieraan zeker bijgedragen. Bij een omzetstijging van 3,5 procent werd een resultaat van 2,4 procent gerealiseerd, waarbij kleinere zorginstellingen het financieel beter deden dan grotere instellingen. Operationele zorgen zijn er omdat de kosten met 3,7 procent harder stegen dan de omzet. De kosten voor directe patiëntenzorg en kosten voor verblijf en maaltijden bleven nagenoeg gelijk. Kosten voor onderhoud, energie en de inhuur van extern personeel stegen met 8 à 9 procent. Personeelskosten vormen driekwart van de totale kosten. Voor beleggers is het belangrijk te investeren in huisvesting die efficiënt e zorg mogelijk maak t, waarbij huis vestings-, energie- en onderhoudslasten zo laag mogelijk zijn.

Herijking van NHC en NIC zorgt voor tariefdalingen voor zorginstellingen

In januari 2024 worden de tarieven voor de normatieve huisvestings- (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) herijkt. Dat heeft de Nederlandse Zorgautoriteit bepaald in een beleidsregel. De lagere rente van de afgelopen jaren verlaagt de vermogenskostenvoet, één van de factoren bij het bepalen van de NHC en NIC. Tot die tijd vind nog wel de periodieke indexatie met 2,5 procent plaats. Bij de herijking is (nog) geen rekening gehouden met veranderende huisvestingswensen of gestegen bouw- en energiekosten. De tariefdaling voor zorginstellingen wordt door Finance Ideas en AAG geschat op 7 tot 8 procent voor de NHC en 2,5 procent voor de NIC. Voor zorginstellingen betekent dit dat er, naast zorgen over de stijgende kosten, ook een rem komt op de inkomsten. De financierbaarheid en vastgoedsturing staan daarmee de komende jaren hoog op de agenda van zorginstellingen. Nieuwbouw of herontwikkeling van intramuraal zorgvastgoed wordt steeds lastiger financierbaar. Beleggers moeten rekening houden met krappere marges tussen NHC en huur. In gevallen waar de hoogte van de huur vergelijkbaar is met de hoogte van de NHC kunnen verhuurrisico’s optreden. Zorgwoningen waar mensen zelf huur betalen en via volledig pakket thuis (VPT) zorg inkopen, zullen steeds populairder worden.

WOONZORGCOMPLEX KLAASJE ZEVENSTER, AMSTELVEEN

Bron: Syntrus Achmea

Aantal faillissementen in tweede kwartaal weer gedaald

Na een relatief sterke stijging in het eerste kwartaal is het aantal faillissementen van zorgpartijen in het tweede kwartaal weer sterk afgenomen. Vooral het aantal faillissementen in Care (zorg met overnachting) en Welzijn (zorg zonder overnachting) daalde sterk. Het aantal faillissementen in Cure bleef stabiel. Door het gebruik van een twee kwartalen voortschrijdend gemiddelde blijft in de grafiek een piek zichtbaar. Feitelijk is het aantal faillissementen in de gezondheidszorg nog steeds erg laag.

FAILLISSEMENTEN GEZONDHEIDSZORG (TWEE KWARTALEN VOORTSCHRIJDEND GEMIDDELDE)

Bron: CBS (2022), bewerking Syntrus Achmea

Halfjaarcijfers transactievolume vergelijkbaar met eerdere jaren

Na een relatief rustig eerste kwartaal ten opzichte van vorig jaar, heeft het hogere transactievolume in het tweede kwartaal het totale transactievolume over het eerste halfjaar weer bijgetrokken. Naast het volume laat ook het aantal transacties een gelijke trend zien met vorig jaar. Individuele transacties bepalen sterk welke type kopers het transactievolume verdelen. In het eerste halfjaar van 2022 waren vooral institutionele beleggers en niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen sterk vertegenwoordigd. In het eerste halfjaar van 2021 waren juist de beursgenoteerde vastgoedfondsen nog de grootste kopers. Opvallend in het eerste halfjaar van 2022 was het oplopende aandeel Nederlandse kopers, meer verkopen door woningcorporaties en juist minder door zorginstellingen. Het aandeel bestaande bouw in de transacties bleef ruim 50 procent. Door de aangekondigde verhoging van de overdrachtsbelasting en de stijgende bouwkosten zal de belangstelling voor bestaand vastgoed in de tweede helft van 2022 toenemen.

BELEGGINGSVOLUME (IN MILJARDEN €) ZORGVASTGOED PER KWARTAAL

Bron: CBRE (2021), Capital Value (2022), bewerking Syntrus Achmea

Aanvangsrendementen stabiel

De prime aanvangsrendementen voor zorgvastgoed bleven in het tweede kwartaal overwegend stabiel. Ondanks de goede beleggingskarakteristieken voor zorgvastgoed is er al sinds het vorige kwartaal onzekerheid in de markt geslopen door de hogere kapitaalmarkt- en financieringsrentes. Ook de hoge en onzekere bouwkosten heeft zorginstellingen en beleggers terughoudend gemaakt bij nieuwbouwprojecten. Door tegenvallende beleggingsresultaten bij andere assetclasses dan vastgoed is de relatieve positie van vastgoed in beleggingsportefeuilles toegenomen. Vastgoed is daarmee slachtoffer van het eigen succes doordat sommige institutionele beleggers hierdoor zijn overwogen in vastgoed. Positief voor de beleggingsportefeuille is de gedeeltelijke bescherming tegen inflatie. Vraaguitval voor zorgvastgoed en daarmee sterk oplopende rendementen wordt niet verwacht. Zorgvastgoed blijft aantrekkelijk als stabiele investering met een laag risicoprofiel.

TOPAANVANGSRENDEMENT ZORGVASTGOED (PER SEGMENT)

Bron: Capital Value (2022)

Vooruitblik

De markt voor zorgvastgoed krijgt te maken met een toenemend aantal onzekerheden. Zorginstellingen en verhuurders van levensloopbestendige woningen worden beperkt in de hoogte en verhoging van de huur door overheidsingrijpen in de NHC en de regulering in de woningmarkt (zie hoofdstuk Wonen). Daarnaast stijgen kosten door. De vraag van gebruikers naar zorgvastgoed blijft groot en op veel onzekerheden kan worden ingespeeld. Op de financierings- en kapitaalmarkt hebben beleggers te maken met oplopende rentes en onzekerheden die de aantrekkelijkheid van vastgoed verkleinen. Uiteindelijk verwachten we niet dat de druk op investeringsvolumes afneemt of dat rendementen sterk oplopen. Wel zal het concurrentieveld van verschillende beleggers er de komende kwartalen anders uitzien. Dit zorgt voor een minder sterke prijs- of rendementsdruk.

Deel deze pagina