2/5
  • Pages
  • Editions
01 Overzicht
02 Woningen
03 Retail
04 Zorgvastgoed
05 Auteurs

WONINGEN

Keypoints

  • Transactieprijzen dalen, bodem lijkt nog niet bereikt
  • Huurprijzen stijgen, leegstand blijft laag door schaarste
  • Laagste beleggingsvolume sinds 2017
  • Aanvangsrendementen lopen op, verschil met renteniveaus kleiner
  • Impact duurzaamheid op woningbeleggingen wordt steeds groter

Negatieve ontwikkeling huizenprijzen

De daling van de huizenprijzen die half 2022 is ingezet, heeft zich in het vierde kwartaal voortgezet. De NVM-cijfers over het vierde kwartaal tonen een daling van de transactieprijs van bestaande koopwoningen met 3,7 procent op kwartaalbasis. Op jaarbasis is de daling 6,4 procent. In de regio Amsterdam was de daling met 9,6 procent het grootst, maar in alle grote woningmarkten is een daling waargenomen. Slechts in vier regio’s buiten de grote steden was er nog sprake van een lichte stijging op jaarbasis. Het aantal transacties daalde met 8 procent in het vierde kwartaal ten opzichte van een jaar eerder. Doordat het aanbod fors steeg verruimde de krapte-indicator van 2,8 in het derde kwartaal tot 3,2 in het vierde kwartaal, het hoogste niveau sinds 2019. Slechts op de helft van alle woningen wordt nog overboden, eind 2021 was dit nog bij 4 van de 5 woningen het geval. Over de hele linie is daardoor het verschil tussen de vraag- en verkooprijs verdwenen. Op de nieuwbouwmarkt was opnieuw een forse daling van het aantal verkochte woningen zichtbaar.

Al drie kwartalen op rij ligt het aantal verkochte nieuwbouwwoningen op een laag niveau. Door de hoge bouwkosten is er beperkt ruimte om prijzen te verlagen en kunnen ontwikkelaars nieuwbouwwoningen maar moeilijk kwijt.

De NVM-cijfers zijn gebaseerd op de gemiddelde transactieprijs en geven een grove, maar actuele indicatie van de huizenprijsontwikkeling. De prijsindex bestaande koopwoningen (PBK) van CBS en Kadaster geeft een nauwkeurigere, maar vertraagde indicatie. In december daalde de prijsindex voor de derde maand op rij, met 2,3 procent ten opzichte van november. In oktober en november daalde de prijsindex al met respectievelijk 0,5 en 1,0 procent ten opzichte van de vorige maand. De Eigen Huis-marktindicator daalde verder in december tot 73 punten (100 is ‘neutraal’ op een schaal van 0 tot 200). Sinds 2013 waren consumenten niet zo pessimistisch over de woningmarkt.

INDEX KOOP- EN HUURPRIJZEN NEDERLAND (2010=100)

Bron: Kadaster, MSCI, Oxford Economics (2023), bewerking Syntrus Achmea

Krapte op huurmarkt blijft groot

De markthuren van woningen in bezit van institutionele beleggers lagen in het derde kwartaal 4,2 procent hoger dan een jaar eerder. Ten opzichte van het tweede kwartaal stegen de markthuren met 0,7 procent.

De leegstand in de door institutionele partijen verhuurde complexen blijft met circa 1,5 procent stabiel. Cijfers over het vierde kwartaal voor zowel de huurprijzen als de leegstand zijn bij schrijven van deze update nog niet bekend (bron: MSCI). Sinds het begin van de MSCI-reeks in 2008 was de leegstand nog nooit zo laag. De lage leegstand toont de krapte voor huurwoningen in de vrije sector aan. Door de beperkte nieuwbouwactiviteit en de voorgenomen middenhuurregulering is de verwachting dat deze krapte zal aanhouden.

MEERSTAD - GRONINGEN

Bron: Syntrus Achmea

Activiteit op de beleggingsmarkt blijft beperkt

Het transactievolume in het vierde kwartaal van 2022 was met zo’n 0,6 miljard euro opnieuw laag. Dit is fors onder de 1,6 miljard euro in het vierde kwartaal van 2021. Op basis van deze voorlopige vierde kwartaalcijfers is het waarschijnlijk dat het beleggingsvolume over 2022 met zo’n 4 miljard euro het laagst sinds 2017 zal zijn. Gestegen financieringskosten, hoge bouwkosten en onzekerheid over regulering hebben ertoe geleid dat de volumes laag blijven. Daarnaast speelt bij veel institutionele beleggers dat deze overwogen zijn in vastgoed door waardedalingen in andere beleggingscategorieën zoals obligaties en aandelen. Deze assetklassen reageren sneller op veranderende marktomstandigheden dan vastgoed. Hierdoor is de verwachting dat door de dalende vastgoedwaardes deze overweging zal afnemen.

BELEGGINGSVOLUME (IN MILJARDEN €) WONINGEN PER KWARTAAL

Bron: RCA (2023), bewerking Syntrus Achmea

Rendementen kruipen omhoog, rente op staatsleningen stijgt snel

De prime aanvangsrendementen in Nederland zijn in het vierde kwartaal met gemiddeld 5 basispunten gestegen ten opzichte van het derde kwartaal. Ten opzichte van een jaar eerder bedraagt de stijging bijna 20 basispunten (bron: C&W). De risicovrije rente bleef in het vierde kwartaal stabiel waardoor de spread licht toenam. De gemiddelde aanvangsrendementen van huurwoningen in bezit van institutionele beleggers stegen in het derde kwartaal van 2022 licht en blijven rond de 4 procent liggen (bron: MSCI). Cijfers over het vierde kwartaal komen later beschikbaar, maar gezien de ontwikkeling bij de prime rendementen lijkt een verdere stijging vrijwel zeker.

AANVANGSRENDEMENTEN WONINGEN

Bron: C&W, MSCI (2023), bewerking Syntrus Achmea

Middenhuurregulering benadrukt belang duurzaamheid

In december 2022 heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in een kamerbrief meer details bekendgemaakt over de regulering van de middenhuur. Zoals al eerder bekend worden huurwoningen met minder dan 187 punten gereguleerd, waardoor ze een maximale redelijke huurprijs krijgen volgens het woningwaarderingsstelsel (WWS). Inmiddels is ook bekend geworden dat het WWS zal worden vernieuwd. De WOZ-cap verdwijnt tot 187 punten, buitenruimtes krijgen meer punten en er komt een tijdelijke huuropslag van 5 procent voor in aanbouw zijnde of geplande projecten. De belangrijkste wijziging is echter dat woningen met een energielabel A meer WWS-punten krijgen voor het duurzaamheidslabel. Een woning met het label A++++ krijgt 10 punten meer dan in het oude stelsel, bij een woning met label A zijn dat 4 punten meer. Daarnaast krijgen woningen met een laag energielabel (E, F en G) in het nieuwe stelsel een puntenaftrek van 1 tot 10 punten. Het resultaat is dat het verschil in WWS-punten tussen een woning met A++++ en G toeneemt met 20 punten. Uitgedrukt in maximaal redelijke huur groeit het verschil met circa 100 euro ten opzichte van de huidige situatie en stijgt het totale verschil tussen A++++ en G naar circa 350 euro per maand. Dit betekent dat recent gebouwde complexen in het nieuwe stelsel beter gewaardeerd worden en dat tegenover investeringen in duurzaamheid bij bestaande bouw ook hogere huurinkomsten staan. Voor huurders worden de hogere huur prijzen gecompenseerd door lagere energielasten en meer wooncomfort.

De hogere huurpotentie voor duurzame woningen zal leiden tot hogere waarderingen. Andere regelgeving zoals de verplichting van een label D of hoger voor een huurwoning in 2030 zal dit versterken. Ook taxateursorganisaties hechten steeds meer belang aan duurzaamheid. Zo riep de internationale taxateurs autoriteit RICS begin 2022 op tot het beter opnemen van ESG-waarden in taxaties en deed de NVM in november 2022 een praktijkhandreiking aan taxateurs hoe zij duurzaamheid kunnen opnemen in waarderingen.

Op de koopwoningmarkt speelt duurzaamheid ook een steeds belangrijker rol. Door de hoge energielasten en gestegen renovatiekosten zijn koopwoningen met een goed energielabel in trek. Uit onderzoek van Brainbay (2022) blijkt dat het aantal verkopen van woningen met label E of lager fors gedaald is ten opzichte van hogere labels. Ook concludeerde het onderzoeksbureau een forse stijging van de woningwaarde bij een labelsprong. Bij een verduurzaming van de woning van label G naar label C was de waardesprong in het derde kwartaal 12 procent, van label C naar label A nog eens 10 procent. De toegenomen bewustwording van woonconsumenten van het energieverbruik van de woning heeft dus ook geleid tot een groter verschil in woningwaardes. Makelaars onderschrijven dit en zien een groeiend verschil in interesse van woningkopers tussen duurzame en minder duurzame woningen.

We concluderen dat het effect van de energiecrisis én de toekomstige regulering bij investeringen in duurzame (huur) woningen naast maatschappelijk rendement ook meer financieel rendement oplevert.

EXTRA WWS-HUUR VOOR ENERGIELABEL (MGW)

Bron: Rijksoverheid (2022), bewerking Syntrus Achmea

Vooruitblik

Naar verwachting is het einde van de prijsdaling op de huizenmarkt nog niet bereikt. Hoewel de hoge inflatie afzwakt, is het niet de verwachting dat de (hypotheek)rentes fors zullen dalen. Hierdoor zal de betaalbaarheid op de koopwoningmarkt slecht blijven. De stijgende lonen houden de huizenprijzen nog enigszins in stand, maar voor begin 2023 wordt verwacht dat de prijsdaling zal doorzetten. De schaarste blijft echter groot, door de hoge rentes en bouwkosten komt nieuwbouw moeizaam van de grond. De leegstand voor huurwoningen zal hierdoor laag blijven waardoor het verhuurrisico beperkt blijft en markthuren stijgen.

De bekendgemaakte details over de middenhuurregulering zorgen op de beleggingsmarkt voor huurwoningen voor duidelijkheid. Eigenaren van niet-duurzame huurwoningen zullen deze gaan aanbieden op de beleggingsmarkt of deze gaan uitponden. Beleggers zullen meer strategische koop- en verkoopbeslissingen gaan nemen. Naar verwachting zal er dan ook meer beweging in de markt gaan ontstaan dan in 2022 het geval was. Door de hoge rentestand blijft de interesse van beleggers waarschijnlijk wel lager dan in voorgaande jaren en zal de opwaartse beweging van de aanvangsrendementen doorzetten.


Deel deze pagina