ZORGVASTGOED
Keypoints
- Beleggingsmarkt in het eerste kwartaal stilgevallen
- Aanvangsrendementen stijgen in alle zorgvastgoedsegmenten
- Duurzame nieuwbouw te duur voor zorginstellingen
- Huren aantrekkelijker dan zelf bouwen?
- Zorgen over financiële situatie zorginstellingen
- Vraag naar zorgvastgoed blijft groot: schaarste in het aanbod
Beleggingsmarkt in het eerste kwartaal stilgevallen
In het eerste kwartaal van 2023 is de beleggingsmarkt van zorgvastgoed bijna stilgevallen. Er zijn slechts zes transacties geregistreerd waar dit er normaal dertig tot veertig per kwartaal zijn. Het totale beleggingsvolume kwam uit op slechts 43 miljoen euro. De dalende trend was al zichtbaar in het vierde kwartaal, toen er al minder transacties plaatsvonden vergeleken met het voorgaande kwartaal en jaar. Het recordvolume dat in 2022 nog werd gerealiseerd, kwam vooral voort uit aangegane verplichtingen uit de eerste helft van 2022 of daarvoor. Door de sterk opgelopen rente hebben diverse partijen in de loop van 2022 op de rem getrapt. Vooral particuliere beleggers en vastgoedfondsen die met vreemd vermogen werken, hebben pas op de plaats moeten maken, omdat de businesscase niet was rond te rekenen. De verhoging van de overdrachtsbelasting in januari van 8 naar 10,4 procent maakt dit nog lastiger. Ook partijen die met overwegend eigen geld beleggen zijn in de afgelopen kwartalen geconfronteerd met waardedalingen van voorgenomen investeringen. Dit heeft rendementen onder druk gezet. De onzekerheid over het toekomstige waardeverloop heeft beleggers extra voorzichtig gemaakt. Naast de marktomstandigheden heeft ook de overallocatie in vastgoed een negatieve invloed op de slagkracht van beleggers. Voorgenomen deals moeten terug naar de onderhandelingstafel en bij nieuwbouw in sommige gevallen zelfs terug naar de tekentafel. Dit zorgt voor een beperkt aanbod van zorgvastgoed. Verkopers van zorgvastgoed, zoals zorginstellingen en ontwikkelaars, kunnen niet meer de opbrengsten realiseren die vorig jaar werden gedacht en verwacht. En beleggers moeten op hun beurt wennen aan kleinere spreads voor vastgoed vergeleken met de risicovrije rente. Deze impasse zal doorwerken in de rest van 2023. Voor partijen die zich snel kunnen aanpassen aan de nieuwe realiteit liggen mogelijk mooie investeringskansen in het verschiet
BELEGGINGSVOLUME ZORGVASTGOED PER KWARTAAL (IN MILJARDEN €)

* data 2015-2018: CBRE, 2019-heden: Capital Value
Bron: CBRE (2019), Capital Value (2023)
Aanvangsrendementen stijgen in alle zorgvastgoedsegmenten
Dat de beleggingsmarkt in zwaar weer zit, wordt weerspiegeld in oplopende aanvangsrendementen. Hierbij is er een sterke relatie met het beleggingsvolume. Minder transacties óf transacties tegen minder hoge prijzen zorgen voor hogere aanvangsrendementen, wat op zijn beurt weer zorgt voor terughoudendheid en minder transacties. In alle zorgvastgoedsegmenten stegen de yields in het afgelopen kwartaal, variërend van 10 tot zelfs 30 basispunten voor extramuraal zorgvastgoed. Dit segment is relatief sterk gelinkt aan de woningmarkt, die te maken heeft met flinke waardedalingen op de koopwoningmarkt. De aanvangsrendementen voor zorgvastgoed bereikte ongeveer een jaar geleden het laagste niveau. In een jaar tijd zijn de yields met 30 tot 50 basispunten opgelopen. Voor intramurale en particuliere zorgwoningen, waar zwaardere vormen van zorg wordt verleend, is de yieldshift het minst groot geweest. Voor curatief zorgvastgoed en levensloopbestendige woningen was de stijging het hoogst.
De opgelopen risicovrije rentes laten zien dat de risicopremie van beleggers sterk is teruggelopen. Zo is de tienjarige Nederlandse staatsrente in het afgelopen jaar met ongeveer 230 basispunten gestegen. Hiertegen afgezet is de yieldshift van zorgvastgoed relatief beperkt. De hoge risicopremie die beleggers in de afgelopen jaren op vastgoed hebben gerealiseerd, absorbeert een deel van deze rentesprong. Toch zullen aanvangsrendementen onder druk blijven staan. Macro-economisch is de inflatie nog niet onder controle en pas wanneer deze terugkeert naar het gewenste niveau zal ook de rentemarkt normaliseren. Wel is de verwachting dat de grootste rente- en rendementssprongen zijn gemaakt.
RENDEMENTSVERANDERING Q1-2023 (IN %-PUNT)

Bron: Capital Value (2023), bewerking Syntrus Achmea
Duurzame nieuwbouw is te duur voor zorginstellingen
Zorginstellingen die duurzaam willen of moeten verbouwen hebben in toenemende mate te maken met gestegen bouwkosten, strengere duurzaamheidseisen en gestegen rentes. ABN Amro heeft berekend dat de kosten van een nieuw duurzaam pand in twee jaar met 83 procent zijn gestegen. Nieuwbouw in eigen beheer wordt voor hen daardoor te duur en klimaatdoelstellingen raken daarmee uit zicht. Dit wordt bevestigd in de brief die branche- en koepelorganisaties aan de Tweede Kamer hebben gestuurd met het bericht dat de doelen uit de Green Deal 3.0 niet kunnen worden gerealiseerd. Volgens hen moet de overheid met een eenmalige investering van 1,6 tot 3,4 miljard euro over de brug komen, naast hogere structurele jaarkosten. Ook wordt door partijen gevraagd de verlaging van de normatieve huisvestingscomponent in de langdurige zorg terug te draaien, omdat die alle ruimte voor verduurzaming opsoupeert.
Huren aantrekkelijker dan zelf bouwen?
Hogere financieringslasten vormen een belangrijk deel van de hogere kosten voor het zelf realiseren van nieuwbouw door zorginstellingen. Rente en afschrijving zijn namelijk in het afgelopen jaar flink opgelopen. Hoewel beleggers door de rentestijging ook een hoger rendement eisen, is die toename minder groot. Zie hierover ook de paragraaf over aanvangsrendementen en de lagere risicopremie bij beleggers. Hierdoor wordt huren voor zorginstellingen een interessantere optie.
Zorgen over financiële situatie zorginstellingen
De financiële situatie van zorginstellingen staat onder druk. Kosten voor hulpmiddelen, energie, huisvesting en personeel stijgen. De inkomsten kunnen via omzetstijging moeilijk meegroeien, doordat instellingen vaak kampen met capaciteitsgebrek door ziekteverzuim en gebrek aan personeel. De Financiële Zorgthermometer, een enquête onder achthonderd zorgprofessionals, laat zien dat veel respondenten een verlies verwachten over boekjaar 2022 en dat ze ook rekening houden met een negatief resultaat in 2023. Ook banken en accountants zien dat de financiële weerbaarheid van zorginstellingen, vooral in de GGZ, onder druk staat door een stapeling van kostenverhogende factoren. Ze hebben hierover zelfs een brandbrief aan minister Ernst Kuipers gestuurd. Ze zijn bang dat financiële problemen niet overal van incidentele aard zijn en dat accountants in dat geval geen controleverklaring kunnen afgeven, waardoor instellingen in gebreke blijven bij hun bank en daarmee in een negatieve spiraal terecht komen. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) ziet de hoge energiekosten, inflatie en arbeidsmarkt tekorten echter niet als bedreiging voor continuïteit in de zorg. De huidige contractafspraken borgen volgens ZN de continuïteit van zorg. Wanneer maatwerk noodzakelijk is, wordt geprobeerd oplossingen aan te dragen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er van faillissementen in de zorg nog nauwelijks sprake is. Vooral in de care-sector is het aantal faillissementen minimaal.
FAILLISSEMENTEN GEZONDHEIDSZORG (TWEE KWARTALEN VOORTSCHRIJDEND GEMIDDELDE)

Bron: CBS (2023), bewerking Syntrus Achmea
Vraag naar zorgvastgoed blijft groot: schaarste in het aanbod
Aan potentiële cliënten hebben zorginstellingen geen gebrek. Hoewel er sinds de piek eind 2022 een kleine daling was, is het aantal wachtenden op huisvesting met Wlz-zorg met 23.500 nog steeds hoog. Het gaat in deze cijfers van Zorginstituut Nederland om de som van mensen die dringend moeten worden geplaatst én mensen die wachten op een voorkeurslocatie. Minister Helder heeft in het programma Wonen en Zorg voor Ouderen bepaald dat er in de toekomstige bouwopgave ruimte is voor 4.800 extra (intramurale) verpleeghuisplekken. Zo wil ze de uitbreidingsvraag vooral extramuraal en gefinancierd via het zogeheten Volledig Pakket Thuis in 40.000 geclusterde verpleegzorgplekken opvangen. Zorgaanbieders hebben aangegeven in de periode tot 2027 tot 7.000 intramurale plekken te kunnen realiseren. Onlangs heeft minister Helder aangegeven open te staan voor een uitbreiding van de bouw van intramurale verpleeghuisplekken naar 7.000 tot 8.000 eenheden. Voor de zomer zou daarover een besluit moeten komen. Dit inzicht hangt samen met de voorspelling dat de realisatie van het aantal verpleeghuisplekken achterblijft bij de gewenste 40.000 plekken. Zorgkantoren stellen dat ‘de huidige uitbreidingsplannen onvoldoende zijn om de komende jaren alle ouderen die recht hebben op Wlz-zorg van zorg te kunnen voorzien’. En ‘dit betekent dat alle betrokken partijen (het Rijk, zorgaanbieders, gemeenten, woningcorporaties) hun verantwoordelijkheid moeten blijven nemen en randvoorwaarden in moeten vullen om de noodzakelijke capaciteitsuitbreiding te realiseren’. Hoewel niet specifiek genoemd, betekent dit natuurlijk dat ook institutionele beleggers hieraan kunnen bijdragen.
WACHTENDEN OP HUISVESTING MET WLZ-ZORG (2020 Q3 = 100)

Bron: Zorginstituut Nederland (2023), bewerking Syntrus Achmea
Vooruitblik
In het eerste kwartaal van 2023 bevond de zorgvastgoedbeleggingsmarkt zich in een situatie waarin veel negatieve factoren elkaar versterkten. Beperkt aanbod, hoge bouwkosten, verhoogde belastingen, aanhoudend hoge inflatie, oplopende rentes en stijgende aanvangsrendementen zorgden voor lage transactievolumes. Omdat deze situatie niet van vandaag op morgen is opgelost, verwachten we ook in de komende kwartalen een relatief rustige beleggingsmarkt met een lichte opwaartse druk op aanvangsrendementen. Er zal eerst een nieuw evenwicht moeten ontstaan waarbij vraag, aanbod, prijs en risico’s met elkaar in verhouding zijn. Zorgvastgoed blijft een aantrekkelijke aanvulling op een beleggingsportefeuille. Partijen die vooruitkijken en inspelen op een nieuwe realiteit kunnen aantrekkelijke kansen verzilveren waar anderen blijven afwachten.